fosterparent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fosterparent (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɔstərˌpɛrənt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- fos·ter·pa·rent
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels foster parent zn "pleegouder", afgeleid van de 20e-eeuwse naam Foster Parents Plan van een organisatie voor dit soort ontwikkelingssamenwerking; geschreven zonder spatie volgens spellingregel 12.A
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fosterparent | fosterparents |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fosterparent m
- iemand die kinderen in arme landen te ondersteunt door gebruik te maken van een organisatie die daarbij ook directe communicatie tussen sponsor en ontvanger verzorgt
- ▸ De stichting „Help een kind in Korea" richt zich speciaal op dit doel. Voor zestig kinderen zijn inmiddels pleegouders gevonden. De stichting werkt samen met de Korea Social Service, die nagaat voor welke kinderen hulp het meest urgent is. De fosterparents stellen maandelijks een bedrag van zestig gulden beschikbaar dat op de bankrekening van de Korea Social Service in Seoel wordt gestort. Het blijft echter niet bij een financiële, onpersoonlijke transactie. Een fosterparent weet bij welk kind zijn geld terechtkomt en tussen dat kind en zijn Nederlandse pleegouders worden regelmatig briefjes uitgewisseld.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'fosterparent' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jet KunkelerNa Jan de Hartogs TV-programma: „Help een kind in Korea" : Pleegouders op afstand in: De Tijd , jrg. 125 nr. 40285 (5 juli 1969), N.V. Drukkerij De Tijd, Amsterdam, p. 19 kol. 2