fortrekke

Niet te verwarren met: foretrekke

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈfɔɾtɾekə/

Woordafbreking

• for·trek·ke

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Noorse werkwoord trekke met het voorvoegsel for-.

Naar frequentie	> 50000

vervoeging
onbepaalde wijs	fortrekke
tegenwoordige tijd	fortrekker
verleden tijd	fortrakk
voltooid deelwoord	fortrukket
onvoltooid deelwoord	fortrekkende
lijdende vorm	fortrekkes
gebiedende wijs	fortrekk
vervoegingsklasse	Klasse 3 sterk
opmerking

Werkwoord

fortrekke

1. onovergankelijk verdwijnen, vertrekken, weggaan

   «Uværet fortrakk i østlig retning.»

   Het noodweer vertrok in oostelijke richting.

2. overgankelijk, (figuurlijk) vertrekken (het gezicht)

   «Hun fortrakk ansiktet av smerte.»

   Ze vertrok haar gezicht van de pijn.

Synoniemen

• [1]: forsvinne
• [1]: fjerne seg
• [1]: rømme
• [1]: trekke vekk
• [2]: trekke sammen

Hyperoniemen

• [1-2]: bevege

Afgeleide begrippen

• [1]: fortrekke til

Typische woordcombinaties

• [1]: fortrekke til utlandet

naar het buitenland vertrekken

• [2]: uten å fortrekke en mine

zonder een spier te vertrekken