formulair
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- for·mu·lair
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse formulaire of formule met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | formulair | formulairder | formulairst |
verbogen | formulaire | formulairdere | formulairste |
partitief | formulairs | formulairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
formulair
- van de aard van, betrekking hebbend op formules
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord formulair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.