fondsvermogen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fonds·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fonds zn en vermogen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fondsvermogen | fondsvermogens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het fondsvermogen o
- het kapitaal dat een organisatie heeft vergaart voor een bepaald doel
- ▸ Het UWV verwacht dat het tekort dit jaar verder oploopt tot 11,3 miljard euro. Het negatieve fondsvermogen heeft volgens de instantie geen gevolgen voor de betaling van de uitkeringen.[1]
- ▸ Uit gegevens die tijdens de rechtszaak zijn gepresenteerd blijkt dat PME meer dan de helft van het fondsvermogen had belegd in exotische beleggingen, zoals bosbouw, levensverzekeringen en andere alternatieve beleggingen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord fondsvermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “UWV: dit jaar meer banen” (Dinsdag 3 februari 2015, 12:12), NOS
- ↑ Weblink bron “PME nam te veel risico met pensioengeld” (Donderdag 18 augustus 2011, 17:10), NOS