fokt aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fokt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanfokken

fokt (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfokken
    • Jij fokt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfokken
    • Hij fokt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanfokken
    • Fokt aan! 

Gangbaarheid