fokt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fokt

Werkwoord

vervoeging van
fokken

fokt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fokken
    • Jij fokt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fokken
    • Hij fokt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fokken
    • Fokt!