flowerpowertijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flo·wer·po·wer·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flowerpowertijd
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de flowerpowertijdm

  1. eind jaren 1960 waarin flowerpower een bekende jeugdcultuur was
     Smit: ,,Mijn moeder heeft de flowerpowertijd waarin open relaties de norm waren volop meegemaakt. Afgrenzen was daardoor een thema in mijn leven. Nu ik een betere band heb met mijn moeder kan ik dat in al mijn relaties beter.’’[1]
     Het avontuur van Paradiso begint volop in de flowerpowertijd. Jongeren hebben behoefte aan een plek om samen te komen. Dat is een reden voor initiatiefnemers Willem de Ridder, Koos Zwart, Matthijs van Heijningen en Peter Bronkhorst om in 1967 met de gemeente te gaan kijken naar optie.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Bina Ayar
    “Hoe weet je dat je een narcistische moeder hebt of bent?” (05-11-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Siobian Heiblom
    “Huub van der Lubbe over jarig Paradiso: ‘Commercieel zijn hoort erbij’” (29/03/2018), HP de Tijd