flowerpower

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een busje met flowerpowerleuzen en -vlaggen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • flo·wer·po·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flowerpower
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de flowerpowerm

  1. jeugdcultuur uit de jaren 1960 en vroege jaren 1970 afkomstig uit de VS
    • Make love not was was dé leus van de flowerpowerbeweging. 
    • De wereld snakt kennelijk naar deze flowerpower. En inderdaad, behalve misschien de foto van Freek Vonk die vanuit een ziekenhuisbed grijnzend zijn duim opsteekt nadat hij is toegetakeld door een haai, was er deze week weinig zo opbeurend als Beyoncé’s tweeling in spe. De New York Post doopte haar om tot moeder gods. Met in haar buik niet één, maar twee verlossers. [1] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Arjen van Veelen 3 februari 2017