floten af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flo·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
affluiten |
floten af
- meervoud verleden tijd van affluiten
- Wij floten af.
- Jullie floten af.
- Zij floten af.
- Wij floten af.
Gangbaarheid
- Het woord floten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.