florecer
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- flo·re·cer
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
florecer |
florecía |
florecido |
volledig |
Werkwoord
florecer
- onovergankelijk bloeien, in bloei staan
- vooruitgaan, beter worden
- floreren, gedijen