filmblik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmblik filmblikken
verkleinwoord filmblikje filmblikjes

Zelfstandig naamwoord

het filmbliko

  1. ronde metalen doos waarin een (brandbare) film bewaard en vervoerd kan worden
     Prins Bernhard keek graag naar Rambo maar kon ook genieten van Disneyfilms, onthulde filmdistributeur Jean Heijl eerder in De Gooi- en Eemlander. Van Gelder: "We weten dat als er een film in première ging, er hier op Soestdijk ook een kleine première werd gehouden. Dan kwam er van de distributeur zo'n groot filmblik. Verder werden er veel films over natuur gedraaid en filmpjes die de familie zelf had gemaakt."[1]
     Twee jaar geleden ontdekte een verzamelaar de film in een filmblik, dat hij voor nog geen 5 euro had gekocht op eBay. Hij had verwacht dat de film veel geld zou opbrengen op de veiling.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Kijken in de filmzaal waar prins Bernhard Rambo keek” (Dinsdag 2 januari 2018, 12:15), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Geen animo onbekende Chaplin-film” (Donderdag 30 juni 2011, 14:37), NOS