figaro

Niet te verwarren met: Figaro

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  figaro    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fi·ga·ro

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	figaro	figaro's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de figaro m

1. barbier, kapper
2. sluwe dienaar

Gangbaarheid

• Het woord figaro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "figaro" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.