fictieboek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fic·tie·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fictieboek fictieboeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fictieboeko

  1. een boek met een verzonnen, niet echt gebeurd verhaal
     Sócrates nam nooit echt afscheid van het voetbal. Als televisiecommentator en journalist (hij werkte aan een fictieboek over het komende WK in Brazilië, in 2014) werd Sócrates misschien wel net zo beroemd als in het veld. "Spelers nemen nooit afscheid van het voetbal", zei hij ooit. "Het voetbal verlaat de speler".[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron
    Marc Bessems
    “Sócrates, dokter van het voetbal” (Zondag 4 december 2011, 14:18), NOS