feestvarken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feestvarken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- feest·var·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest en varken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestvarken | feestvarkens |
verkleinwoord | feestvarkentje | feestvarkentjes |
Zelfstandig naamwoord
feestvarken o
- de persoon waarvoor het feest gevierd wordt
- bij een verjaardag is de jarige het feestvarken
Gangbaarheid
- Het woord feestvarken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "feestvarken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be