feestruimte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feestruimte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- feest·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest zn en ruimte zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestruimte | feestruimtes feestruimten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de feestruimte v
- plaats waar men een feestelijke gebeurtenis kan vieren
- ▸ De feestende studenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) vielen in de ijssalon onder de feestruimte. De ijssalon was voor de wintermaanden gesloten, maar er is wel veel schade ontstaan aan meubilair en apparatuur, zegt eigenaar David Vink. Bij het ongeluk raakte niemand ernstig gewond.[1]
- ▸ Schlangen, nota bene zelf oud-lid van Augustinus, houdt er een dubbel gevoel aan over. ,,Kijk, ik snap als oud-lid maar al te goed dat ze hun lustrum willen vieren. En het mag ook écht een goed feest zijn. Maar zó lang en dat in een kinderrijke buurt? Ze hadden veel eerder moeten beginnen met het scouten van een geschikte feestruimte."[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord feestruimte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Redactie“Studenten dakloos na inzakken vloer” (14-11-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron David Bremmer“Studentenvereniging viert lustrum, buurt negen dagen hotel in” (01-07-2018), Tubantia