feestgewaad

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • feest·ge·waad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord feestgewaad feestgewaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het feestgewaado [1]

  1. deftige, feestelijke kleding
     Morgause zat daar al in haar mooiste kleed en ze had Morgaine een saffraankleurig feestgewaad aangetrokken.[2]
  2. (figuurlijk) een speciaal, feestelijk uiterlijk
     Meer dan tweehonderd in het oog springende gebouwen en andere bezienswaardigheden zijn zaterdag in blauw licht gezet om de zeventigste verjaardag van de Verenigde Naties te vieren. Onder meer de piramides in Egypte, de Parijse Eiffeltoren en de Chinese Muur kregen een feestgewaad in de kleur van de VN.[3]


Hyponiemen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Marion Eleanor Zimmer Bradley
    Nevelen van Avalon” op Wikipedia (1982), De Boekerij op Wikipedia, ISBN 9022529649
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 april 2024 Weblink bron “Wereld één dag in het blauw ter ere van 70 jaar VN” (24-10-2015), Tubantia