fantasia

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fan·ta·sia
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fantasia fantasia's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

fantasia v/m

  1. (muziek) muziekvorm met een betrekkelijk vrije structuur
  2. Arabisch ruiterfeest
Synoniemen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be