familierecord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·re·cord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord familierecord familierecords
verkleinwoord familierecordje familierecordjes

Zelfstandig naamwoord

het familierecordo

  1. het beste resultaat dat ooit in een groep bloedverwanten is behaald
     De limiet lag op 9.03. Het doel is natuurlijk de finale. Ik ben er echter ook op gebrand het familierecord te breken. Mijn vader liep in 1980 een tijd van 8.49, zei de 24-jarige atlete uit Amersfoort.[1]
  2.  In de Ridderzaal komt dinsdagmiddag een einde aan de recordreeks van prinses Margriet. Die is voor het eerst sinds 1961 niet aanwezig bij het voorlezen van de Troonrede. Met 52 achtereenvolgende optredens op Prinsjesdag heeft de prinses het familierecord in handen. Oudste zus Beatrix is als prinses en als koningin weliswaar één keer meer in de Ridderzaal verschenen, maar haar reeks werd vier keer onderbroken (1957, 1959, 1968 en 1969).[2]
     Het familierecord in het schoonmaken en fileren van een bot of schol zodat hij klaar was voor de koekenpan was veertien seconden.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 augustus 2022 Weblink bron “Adriënne Herzog naar WK indoor” (13 maart 2010), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 augustus 2022 Weblink bron “Prinses Margriet ziet recordreeks afgesloten” (17-09-2013), Tubantia
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142