fakkelde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fakkelde af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɑkəldə ˈɑf / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- fak·kel·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
affakkelen |
fakkelde (…) af
- enkelvoud verleden tijd van affakkelen
- Ik fakkelde af.
- Jij fakkelde af.
- Hij, zij, het fakkelde af.
- Ik fakkelde af.
Gangbaarheid
- Het woord fakkelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.