fakenieuws

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fake·nieuws
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fakenieuws
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fakenieuwso

  1. bewust verspreid onwaar nieuws om de mening van iemand te manipuleren
     Fakenieuws tijdens de oorlog in Oekraïne[1]
     Rijxman denkt dat dit nodig is, omdat er op internet veel fakenieuws rondgaat, of het nou gaat over corona of het klimaat. "Wij proberen het nieuws van alle kanten te brengen en erop toe te zien dat wat we vertellen ook klopt. Zelfs als we het nog niet weten, want dan zeggen we dat we het nog niet weten."[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2023 Weblink bron “Fakenieuws tijdens de oorlog in Oekraïne” (Maandag 28 februari 2022, 18:24), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2023 Weblink bron “NPO: kijker wil meer informatie, maar ook even ontsnappen aan realiteit” (Dinsdag 25 augustus 2020, 12:58), NOS