extirperen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  extirperen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ex·tir·pe·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse extirper (met het voorvoegsel ex-) met het achtervoegsel -eren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
extirperen	extirpeerde	geëxtirpeerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

extirperen

1. (met wortel en tak) uitroeien, rooien

Afgeleide begrippen

• extirpatie, extirpateur, extirpator

Vertalingen

    1.   

Frans: extirper (fr)

Spaans: extirpar (es)

Gangbaarheid

• Het woord 'extirperen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.