expulsie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  expulsie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ex·pul·sie

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	expulsie	expulsies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de expulsie v

1. verwijdering uit iets

   • Het koersverloop rondom de indexverwijdering zou dus ook hier goed verklaard kunnen worden met de prijsdrukhypothese, maar het koersherstel na de expulsie wordt ook gevoed door koopjesjagers en speculanten.  
   • Ik begrijp echt niet dat Turken in een land willen wonen dat volgens hun leider ziek is. Levensgevaarlijk! Zo’n 100 jaar geleden werd Turkije gezien als het zieke land van Europa.
     Waarom? Omdat het daar een puinhoop was, met opstanden, nationalisme met ten slotte de expulsie van vrijwel alles wat niet moslim was. De christelijke Armeniërs, de oudste bewoners, werden het land uit gejaagd, waarbij zo’n 1,5 miljoen doden vielen.  

2. (medisch) het baren van een kind; het uitdrijven van de nageboorte

Synoniemen

• [1] uitzetting, uitdrijving, verjaging
• [2] baring

Vertalingen

    1. verwijdering uit iets   

Engels: extrusion (en), expulsion (en),

Gangbaarheid

• Het woord 'expulsie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "expulsie" herkend door:

59 %	van de Nederlanders;
77 %	van de Vlamingen.