exponentieel
Uiterlijk
- ex·po·nen·ti·eel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | exponentieel | exponentiëler | exponentieelst |
verbogen | exponentiële | exponentiëlere | exponentieelste |
partitief | exponentieels | exponentiëlers | - |
exponentieel [1]
- betrekking hebbend op exponenten
- uit te drukken in exponenten
1.
- Het woord exponentieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "exponentieel" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be