euregio

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Euregio spoorweg
Uitspraak
Woordafbreking
  • eu·re·gio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord euregio euregio's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de euregiov / m

  1. een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van gebieden die liggen in de Europese Unie
    • We zouden namelijk heel wat vaker gebruik kunnen maken van luistertaal. Luistertaal? “Ja”, zegt Ten Thije, “het gekke is: iedereen zegt in eerste instantie: wat is dat nou weer? Maar eigenlijk is het een heel alledaags fenomeen: dat je een taal beter verstaat dan dat je hem spreekt. Die taal kan dan een luistertaal voor je zijn.” Tussen Duitsers en Nederlanders is dat bijvoorbeeld nogal eens het geval, zegt Ten Thije. “Die spreken elkaars talen vaak niet of niet goed, maar begrijpen elkaar wel. In dat geval kunnen beide partijen gewoon hun eigen moedertaal spreken. Officieel gebeurt dat bijvoorbeeld ook bij de euregio Rijn-Waal, een van de acht Europese grensgebieden van Nederland. Daar vindt overleg plaats tussen Nederland en Duitsland, en iedereen spreekt er zijn moedertaal. En in drie Nederlandse grensprovincies spreken de commissarissen van de koning in het periodiek overleg met hun Duitse collega’s Nederlands. De Duitse Regierungspräsidenten spreken op hun beurt Duits.”[2] 
    • De Schotse krant The Scotsman meldt vandaag dat de Britse regering wil dat de Schotse regio's Scottish Borders en Dumfries and Galloway nauw gaan samenwerken in euregio's met hun Engelse buren, respectievelijk Cumbria en Northcumberland. De regio's kunnen door hun nauwe samenwerking geld van de EU krijgen. Daarmee kan volgens Londen de armoede in landelijke gebieden worden bestreden.[3]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. euregio op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Liesbeth Koenen 15 juni 2013
  3. Volkskrant 2 juli 2014
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be