escuchar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
- IPA: /eskuˈtʃar/
Woordafbreking
- es·cu·char
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse auscultāre.
Werkwoord
escuchar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
escuchar |
escuchaba |
escuchado |
volledig |
- onovergankelijk luisteren
- overgankelijk luisteren naar, aanhoren, beluisteren
- horen
- gehoorzamen, luisteren