erfpachtcanon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- erf·pacht·ca·non
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van erfpacht en canon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfpachtcanon | erfpachtcanons |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de erfpachtcanon m
- vast bedrag dat jaarlijks voor een erfpacht betaald moet worden
Gangbaarheid
- Het woord erfpachtcanon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.