eregast
Uiterlijk

- ere·gast
- samenstelling van eer en gast met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eregast | eregasten |
verkleinwoord |
- belangrijk persoon die als gast met extra grote eer wordt ontvangen en door zijn komst ook extra eer geeft aan de bijeenkomst
- De koning was als eregast uitgenodigd op het feest.
- Halvemaanvormige broodjes, zogenaamde krombroodjes, worden in Sittard vanaf 1923 van een helling in de Kollenberg te grabbel gegooid voor de kinderen van de stad. Deze traditie bestaat nog steeds. Ieder jaar halverwege de vastenperiode, halfvasten, worden zo'n 15.000 broodjes uitgegooid door het Sittardse Krombroodcomité en een jaarlijkse eregast [2].
- Het woord eregast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eregast" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ https://nl.wikipedia.org/wiki/Krombroodrapen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be