eredame

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ere·da·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eredame eredames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eredamev

  1. een vrouw die tweede of derde is geworden tijdens een miss-verkiezing
    • Fechtel werd door de organisatie persoonlijk ingelicht en kreeg excuses aangeboden. Ze werd uitgeroepen tot eredame, maar het was Cowen die naar de grote Miss America-verkiezing mocht.[2] 
    • Het kroontje gaat nu naar haar eerste eredame, Catharina Choi Nunes, een Braziliaanse van Koreaanse afkomst.[3] 
  2. een hofdame, dame d'honneur
Synoniemen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen