epacta

Nederlands

1. De binnenring van deze wijzerplaat op de Zimmertoren geeft de epacta aan.

Uitspraak

• Geluid:  epacta    (hulp, bestand)
• IPA: / eˈpɑkta / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• epac·ta

Woordherkomst en -opbouw

• via Latijn epacta "toegevoegde dag, schrikkeldag" van Oudgrieks ἐπακταί (epaktai) "toegevoegde (dagen)"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	epacta	epacten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de epacta v

1. (tijdrekening) aantal dagen dat op 1 januari is verstreken sinds de voorgaande nieuwe maan
   Deze waarde wordt gebruikt om het verschil tussen het maanjaar en het zonnejaar op te lossen, bijvoorbeeld bij het berekening van de paasdatum.

   • Dionysius voerde een nieuwe jaartelling in - de jaartelling Anno Domini, die we nu nog gebruiken - begon bij het jaar 532, en zag dat als het jaartal deelbaar is door 19, het 1 januari nieuwe maan is. De ouderdom van de maan in elk jaar - de epacta - is nu eenvoudig te vinden. Deel eerst het jaartal door 19, neem de rest van die deling en tel daarbij 1 op. Dit getal heet (sinds de dertiende eeuw) het gulden getal. Bij een gulden getal van 1 hoort een epacta van 11, bij 2 hoort 22, enzovoorts. 

Synoniemen

• epacten

Gangbaarheid

• Het woord 'epacta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "epacta" herkend door:

9 %	van de Nederlanders;
13 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.