enkelnucleotide
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: enkelnucleotide (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɛŋkəlˌnyklejoˈtidə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- en·kel·nu·cle·o·ti·de
Woordherkomst en -opbouw
- leenvertaling van Engels single-nucleotide, samenstelling van enkel bn en nucleotide zn , gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | enkelnucleotide |
verbogen | enkelnucleotide |
Bijvoeglijk naamwoord
enkelnucleotide
- (biochemie) (genetica) met de omvang van één bouwsteen voor DNA of RNA, bestaand uit een nucleobase, een pentose en 1 tot 3 fosfaatgroepen
- ▸ Stel je een gen eens voor als een snoer met honderd gloeilampjes. Als dat gekopieerd wordt, kan er een vergissing plaats vinden en neemt een blauw lampje de plaats in van een rode. Dit is een mutatie, een enkelnucleotide polymorfisme (single nucleotide polymorphism, snp), van het gen.[1]
Typische woordcombinaties
Gangbaarheid
- Het woord 'enkelnucleotide' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron David R. Hamilton“Aardig zijn - het beste medicijn” (2011), Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum, Amsterdam, ISBN 9789000303939, hfst. 13
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 7 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Biochemie in het Nederlands
- Genetica in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal