eloquent
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elo·quent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘welsprekend’ voor het eerst aangetroffen in 1583 [1]
- afgeleid van het Franse éloquent [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eloquent | eloquenter | eloquentst |
verbogen | eloquente | eloquentere | eloquentste |
partitief | eloquents | eloquenters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eloquent [4]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord eloquent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "eloquent" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "eloquent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ eloquent op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be