welbespraakt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wel·be·spraakt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wel en bespraakt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | welbespraakt | welbespraakter | welbespraaktst |
verbogen | welbespraakte | welbespraaktere | welbespraaktste |
partitief | welbespraakts | welbespraakters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
welbespraakt
- met goede vermogens zich sprekend uit te drukken
Gangbaarheid
- Het woord welbespraakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "welbespraakt" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be