eenbrauw
Nederlands
Woordafbreking
- een·brauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van een zn en brauw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenbrauw | eenbrauwen |
verkleinwoord | eenbrauwtje | eenbrauwtjes |
Zelfstandig naamwoord
- een wenkbrauw bestaande uit twee samengegroeide wenkbrauwen
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'eenbrauw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.