eenarm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·arm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van een tw en arm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenarm | eenarmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eenarm m
- iets of iemand met één arm
- soort gokautomaat
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord eenarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eenarm" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be