ecostroom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eco·stroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ecostroom
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ecostroomm

  1. elektrische stroom die op een milieuverantwoorde manier is opgewekt
    • Rieder vindt in de Allgäuer Zeitung nog een artikel over ecostroom die in Westallgau niet beschikbaar komt. „Jammer”, vindt hij. „Er zijn hier in de buurt toch genoeg watervallen waar je op een milieuvriendelijke manier stroom mee zou kunnen opwekken.” [1] 
    • Elk jaar moet het gebruik van de ecostroom toenemen, zo luiden de plannen, waarbij over zeven jaar 35% van alle stroom niet meer uit fossiele brandstoffen komt omdat die opraken. [2] 
    • Voor Ecostroom is het dak van de gashouder niet alleen symbolisch omdat hier een fossiele brandstof lag opgeslagen. Zes jaar geleden begon oprichter Noortje van Kleef even verderop aan haar eerste zonnedak bovenop de Praxis bij het GWL-terrein. Die eerste 352 zonnepanelen hadden toen veel voeten in de aarde, alles was nieuw, inclusief de Postcoderoosregeling. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad Gerco Verdouw 16-06-2011 Recordkoe nieuws in alpenstad Lindenberg
  2. De Telegraaf 02 sep. 2013 'Duitse stroomprijs stijgt fors'
  3. Het Parool BART VAN ZOELEN 6 SEPTEMBER 2018 Gashouder: van stadsgas naar 1024 zonnepanelen
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be