eco-
Nederlands
Huidig bestand |
---|
50 |
Uitspraak
Woordafbreking
- eco-
Woordherkomst en -opbouw
- van het Duitse Ökologie, afkomstig van het Griekse oĩkos (woning, huishouding) [1]
Voorvoegsel
eco- [2]
- gebruikt als voorvoegsel in economische en ecologische termen en bij de laatste om te insinueren dat het in het tweede lid genoemde gerelateerd is aan het natuurlijke milieu
- Niet alles was eco is is zo milieuvriendelijk als gesuggereerd wordt.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eco-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.