e-mailen
Uiterlijk
Niet te verwarren met: emaillen |
- e-mai·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
e-mailen |
e-mailde |
ge-e-maild |
zwak -d | volledig |
e-mailen
- overgankelijk per e-mail verzenden
- Hij heeft mij gisteren de vakantiefoto's ge-e-maild.
- De 'e' is een afkorting van electronic. Daarom komt er volgens spellingregel 6.G een koppelteken tussen 'e' en 'mail' en bij het voltooid deelwoord volgens spellingregel 6.J onder (b) ook tussen 'ge' en 'e'.
- Het woord e-mailen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "e-mailen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ e-mailen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %