durf aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- durf aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aandurven |
durf aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandurven
- Ik durf aan.
- gebiedende wijs van aandurven
- Durf aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandurven
- Durf je aan?
Gangbaarheid
- Het woord durf aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.