drammerigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dram·me·rig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drammerigheid drammerigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drammerigheidv

  1. de mate waarin iemand zijn mening wil doordrijven
     Volgens de slager krijgt de groep die ervoor kiest om geen vlees te eten, en daar ook anderen van probeert te overtuigen, veel te veel aandacht. "Ik vind het doorgeslagen drammerigheid. Maar ik ga er dwars tegenin. Ik ga met opgeheven hoofd ten onder, ik blijf vlees verkopen."[1]
     Samsom kreeg het vanwege zijn "drammerigheid" aan de stok met CDA-leider Buma, die hem op een gegeven moment toebeet: "U zoekt het maar uit". Het CDA speelt een belangrijke rol in het debat, omdat het de oppositiepartij is met de meeste zetels in de Eerste Kamer. In de aanloop naar de beschouwingen liet Buma weten dat hij bereid is om de coalitie tegemoet te komen, maar hij wil daar wel iets voor terug.[2]
  2. iets dat men probeert door te drijven

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2023 Weblink bron “Deze hamburgers zijn hybride: 'Ook als slager moet je met je tijd mee'” (Zaterdag 9 maart 2019, 16:22), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2023 Weblink bron “Rutte nu aan zet in Tweede Kamer” (Donderdag 26 september 2013, 08:20), NOS