drammerig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dram·me·rig
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van drammer met het achtervoegsel -ig
- Naamwoord van handeling van drammen met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | drammerig | drammeriger | drammerigst |
verbogen | drammerige | drammerigere | drammerigste |
partitief | drammerigs | drammerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
drammerig
- dwingerig
- ▸ Ik deed meer mijn best om mee te gaan met andermans ideeën in plaats van drammerig mijn zin door te drukken.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord drammerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "drammerig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be