draaideurdocent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- draai·deur·do·cent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van draaideur zn en docent zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draaideurdocent | draaideurdocenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de draaideurdocent m
- leraar met een tijdelijk contract die geen uitzicht heeft op een vaste aanstelling en na twee jaar weer ontslagen wordt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'draaideurdocent' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.