dopsleutelset
Uiterlijk
- Geluid: dopsleutelset (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdɔpsløtəlˌsɛt / (4 lettergrepen)
- dop·sleu·tel·set
- samenstelling van dopsleutel zn en set zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dopsleutelset | dopsleutelsets |
verkleinwoord | - | - |
de dopsleutelset m
- (gereedschap) handgreep aan een als hefboom werkende steel met een verzameling daaraan te bevestigen doppen in verschillende maten om bouten en moeren los of vast te draaien
- ▸ Het gelukkigst leek de literatuurspecialiste die automonteur werd en wegens haar buitengewone vaardigheid met de dopsleutelset dat vak zou gaan doceren.[1]
- Het woord 'dopsleutelset' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Maarten Huygen“Ontworteling” (8 februari 1999) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal