doormarcheren

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·mar·che·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

doormarcheren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doormarcheren
marcheerde door
doorgemarcheerd
zwak -d volledig
  1. voortgaan met lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet
     Daria heeft vertrouwen in het Oekraïense leger. Trots wijst ze op een spaarvarken op de kassa, waarmee ze geld inzamelt voor het leger. "We zullen dit jaar doormarcheren naar de Krim."[2]
     Verzachtende omstandigheid is dat juist in dat gebiedje Afrin geen Amerikanen gelegerd zijn. Tot een directe botsing tussen Amerikaanse en Turkse troepen komt het daar dus niet. Het echte probleem ontstaat om de vervolgplannen van Turkije: president Erdogan wil na Afrin doormarcheren naar het oosten. Waar de YPG en Amerikaanse troepen wél nauw samenwerken.[3]
  2. in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet ergens doorheen lopen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron
    Christiaan Paauwe
    “Bij het front in Zaporizja: 'Onze jongens zijn begonnen met bewegen'” (Zondag 11 juni 2023), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron “Tillerson in Ankara voor Amerikaans-Turks potje blufpoker” (Donderdag 15 februari 2018, 07:54), NOS