marcheerde door
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·cheer·de door
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doormarcheren |
marcheerde door
- enkelvoud verleden tijd van doormarcheren
- Ik marcheerde door.
- Jij marcheerde door.
- Hij, zij, het marcheerde door.
- Ik marcheerde door.