doktersteam

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doktersteam    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dok·ters·team

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dokter zn  en  team zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	doktersteam	doktersteams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het doktersteam o

1. groep samenwerkende artsen

   ▸ Zoals je vast wel hebt gehoord,'begon hij kalm en voorzichtig, 'zeggen mensen het een en ander onder narcose dat ze in wakkere toestand niet zouden zeggen. Je hebt daar ongetwijfeld een aantal grappige verhalen over gehoord? Al moet ik erop wijzen dat het hele doktersteam absolute zwijgplicht heeft.

   ▸ Ik moest de handdoek in de ring gooien en lijden. Ik had geen doktersteam dat me hielp om oneerlijk te handelen en het systeem te omzeilen. Naar mijn mening moet elke behaalde titel nu afgenomen worden. Het is ook het leven van andere mensen.

Gangbaarheid

• Het woord 'doktersteam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.