doelbewustheid

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·be·wust·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doelbewustheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doelbewustheidv [1]

  1. de mate waarin iets of iemand gericht is op het bereiken van een bepaald eind resultaat
     ' 'Jullie oudere mannen hebben krachtens jullie bijzondere ernst en doelbewustheid het recht om ons wegens onze wandaden te berispen,' antwoordde Harry met een glimlach.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen