dodeman
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·de·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dodeman | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- veiligheidsfunctie van een apparaat of machine die er voor zorgt dat het apparaat stopt als de bediener van het apparaat onwel wordt
- levensgevaarlijke handeling of situatie
- iets dat vreselijk is
- (waterbeheer) Dikke bos rijshout waarvan de kern is gevuld met aarde, puin of afgekeurde stukken baksteen. Hij wordt staande gebruikt bij een afsluiting of horizontaal met een groot aantal andere dodemans op kabels gelegd tussen twee schepen waarna de kabels worden gevierd.
Afgeleide begrippen
- [1] dodemansknop, dodemanskoord, dodemanspedaal,dodemansinrichting, dodemanskoppeling
- [2] dodemansrit, dodemanshoek, dodemansvaart
- [3] dodemansakker
Gangbaarheid
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dodeman" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Van Breen (1920) Holland's rijshout, pp 235-236
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be