dirkt op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dirkt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opdirken

dirkt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdirken
    • Jij dirkt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdirken
    • Hij dirkt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opdirken
    • Dirkt op!