dienstverleningsbedrijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dienst·ver·le·nings·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dienstverlening zn en bedrijf zn met het invoegsel -s- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | dienstverleningsbedrijf | dienstverleningsbedrijven |
| verkleinwoord | dienstverleningsbedrijfje | dienstverleningsbedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het dienstverleningsbedrijf o
- bedrijf dat diensten verricht voor andere bedrijven
- ▸ Het technische dienstverleningsbedrijf vroeg gisteren uitstel van betaling aan. Kamp zei dat zijn ministerie achter de schermen heeft geprobeerd om dat te voorkomen. Dat is volgens hem de normale gang van zaken.[2]
- ▸ Zo'n 150 man van de bagageafdeling van Schiphol legden zaterdag tijdens een staking de luchthaven plat. De medewerkers zijn vooral boos omdat KLM een deel van hun werkzaamheden wil uitbesteden aan dienstverleningsbedrijf Viggo. Ze zijn bang dat dat een manier is om in deze krappe arbeidsmarkt extra mankracht aan te trekken zonder het eigen personeel meer loon te hoeven betalen.[3]
- ▸ Zij werden weliswaar in 2017 ondergebracht bij dienstverleningsbedrijf Visschedijk, maar PvdA-raadslid Yara Hummels vindt dat de gemeente zich verantwoordelijk moet voelen voor de medewerkers die na 25 tot 35 jaar uit het gemeentehuis dreigen te worden gezet. „Wat gaat het college nu direct doen om te voorkomen dat deze mensen niet op harde wijze aan de kant worden gezet?”[4]
Gangbaarheid
- Het woord dienstverleningsbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Kamp: kijken of activiteiten Imtech door kunnen gaan” (Woensdag 12 augustus 2015, 10:33), NOS
- ↑ Weblink bron “Bagagemedewerkers eisen meer loon, gaat KLM ze dat geven?” (Dinsdag 26 april 2022, 07:00), NOS
- ↑ Weblink bron Marjon Kok“Ontslag dreigt voor trouw kantinepersoneel stadhuis Enschede” (08-06-2021), Tubantia
