dienstbelang

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dienstbelang    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dienst·be·lang

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dienst zn  en  belang zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dienstbelang	dienstbelangen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dienstbelang o

1. iets dat noodzakelijk is voor de vervulling van een bepaalde (militaire of ambtelijke) taak

   ▸ Ambtenaren die 57 worden, kunnen vanaf dat moment bij het Rijk een kleine 16 procent minder gaan werken. Dat kost ze brutoloon, maar relatief weinig. Als ze op hun 57ste in de regeling stappen, gaat er 5 procent van het salaris af. Doen ze dat op hun 63ste, dan is het nog maar 1 procent. Alle ambtenaren komen voor deze regeling in aanmerking, maar de werkgever heeft wel het recht daar een stokje voor te steken "als het dienstbelang in het geding komt".

   ▸ Ook Michael Ruperti, advocaat van de commando's, is het hier niet mee eens. "Nee, onzin. Je kan dit een militair altijd verbieden als er een bepaald dienstbelang is."

   ▸ De boete komt in principe altijd voor rekening van de chauffeur, tenzij hem of haar geen verwijt kan worden gemaakt. Maar volgens Ollongren gebeurt het "slechts bij hoge uitzondering" dat het ministerie de boete betaalt. Heel soms wordt een verkeersovertreding gemaakt 'in opdracht van de dienst', bijvoorbeeld als het sprake is van veiligheidsrisico's of een zwaarwegend dienstbelang.

Gangbaarheid

• Het woord dienstbelang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.